dinsdag 6 juli 2010 terug naar Bovec Slovenië

We vertrekken om 04.00 uur uit s.v. Petar en rijden richting Bovec. De temperatuur is 28* Celsius als we richting Zadar rijden. De A-1 op richting Rijeka, prachtige snelweg door een onherbergzaam gebied. De temperatuur zakt terug naar 10* Celsius in nog geen 10 minuten tijd, onvoorstelbaar. De reis gaat voorspoedig, bij Rijeka laat ‘Truus’ het afweten en besluiten we om ‘binnendoor’ richting Bovec te rijden. We passeren Nova Gorica, hier heb ik in 1990 in het ziekenhuis gelegen voor een beenbreuk (snowboarden) rond 10.00 uur zijn we weer terug in Bovec, Jozef en Jelena zijn in de shop en Jelena vraagt wat de plannen zijn… vliegen natuurlijk! Ik kom hier al vanaf 1989 om te vliegen en J & J zijn vrienden voor het leven geworden. Vanmiddag om 13.30 uur is er een tandemvlucht met een Canadese die graag van de Mangrt wil vliegen en dus hebben we voldoende tijd om de auto uit te pakken, ff mail checken bij Kavarna en de camera beelden van België bekijken. Op naar Breg waar het huisje van Jelena haar moeder staat. We hebben hier al een week met de camper van Gerald en Monica gestaan, een wereld stek! De fietsen en de fietsendrager eraf en per fiets naar de shop met mijn paraglider op mijn rug. Een klein uurtje rijden brengt ons op de berg Stol, de Mangrt zit er niet in vandaag. Stol is een prachtige berg van 10 kilometer lengte met aan het einde het oorlogsmonument en het stadje Kobarid, net voorbij Kobarid is de landingsplaats.

Fatale vlucht

De wind is stevig maar dat hebben we hier al vaker mee gemaakt, hij staat in ieder geval in de goede richting, na 2 mislukte pogingen ben ik weg, los van Stol. Net voor mij is een ander gestart, die direct in Westelijke richting vliegt. Ik besluit direct naar Kobarid te vliegen waar de landingsplaats is. Na een minuut of 5 zie ik een grijze wolk van boven komen en ik begrijp dat ik daar niet in terecht moet komen. Stijlspiralen en grote oren hebben geen effect en ik word omhoog gezogen. Ik zit op korte afstand en binnen de kortste keren zit ik in de wolk. Verwoede pogingen om eruit te komen hebben geen resultaat, de wolk sluit zich om me heen, ik kijk om me heen zoekend naar het lichtste deel in de wolk om te ontsnappen maar alles is grijs. Af en toe zie ik een glimp van mijn glider maar vaak zie ik ook helemaal niks, weer ga ik stijlspiralen en ik realiseer me dat mijn draaisnelheid enorm hoog is, bloedlink zonder zicht maar wat moet ik anders, ik moet uit die wolk zien te komen….. Dan zie ik flarden van de grond. Flarden van de grond betekent dat ik eruit ben en ik koers gelijk weer richting Kobarid, met mijn speedsysteem 100% ingetrapt probeer ik weg te komen. De wolk heeft mij over de berg Stol getild en ik vlieg in een paar minuten nu zo’n 5 kilometer oostelijker dan daarnet. Heftig stijlspiralen, grote oren en het speedsysteem hebben geen effect, ik word terug omhoog gezogen, ik zit nu volop in een onweersbui en ik hoor nu de eerste donderslagen, een enorme inklapper links, net gecorrigeerd en de hele boel schiet naar voren. Met beide handen aan de stuurtoggles kan ik voorkomen dat ik in mijn eigen scherm val. Dan begint het te regenen, grote druppels vallen op mijn scherm, uit verhalen weet ik dat een nat scherm niet goed kan functioneren en ik vrees het ergste. Dan gaat de regen over in hagel.  Eerst lichte hagel later enorme hagelstenen. Een wonder dat alles nog werkt. Dan een enorme stroomstoot en ik begrijp dat ik door de bliksem getroffen ben. Ik realiseer me op dat moment dat er geen donderslag is. Mijn variometer geeft 1.388 meter aan, maar daar zit ik ver boven. Ik denk dat hij kapot is want daar stond hij straks ook al op. Mijn zonnebril is bedekt met een laag ijs en ik zie dus weinig meer, ik laat beide stuurtoggles los en pak mijn zonnebril van mijn hoofd. Met mijn tong maak ik mijn glazen schoon. Dan volgt een enorme zwieper en neem ik mijn zonnebril tussen mijn tanden en grijp de stuurtoggles weer, mijn bril glipt uit mijn mond en ik zie hem naar beneden vallen. Al snel merk ik hoe belangrijk mijn bril was: ik krijg nu volop ijs in mijn ogen. Mijn handen en kleren zijn bedekt met een laag ijs en tussen mijn benen ligt een hoop hagel. Langzaam aan begin ik moedeloos te worden: wat kan ik hier nog aan veranderen? Ik merk dat ik buiten kennis begin te raken, zuurstof tekort? Dat zou betekenen dat ik op zo’n 7 kilometer hoogte zit. Ik laat de stuurtoggels voor wat ze zijn, doe mijn handen tussen mijn benen om ze warm te houden en hoop dat het snel over is.

Tolminska bij Tolmin

Ik kom weer bij bewustzijn als ik op de grond sta, geen idee hoelang dit geduurd heeft, mijn helm heb ik al los gemaakt en ik probeer mijn harnas los te maken. Een wandelaar ontfermt zich over me, wat een geluk dat hier iemand rondloopt in zulk slecht weer! Hij neemt me mee naar de beschutting van een woning, achteraf hebben we meer dan een kilometer gelopen. Mijn jas zwaar van het ijs en de regen doet hij uit en geeft me een fleece. Hij slaat een deken om me heen en vraagt me te wachten: hij heeft geen signaal op zijn telefoon. Op een bromfiets rijdt hij weg en 20 minuten later is hij terug: er is hulp onderweg. Er zijn welliswaar 4 rescue-teams aan het zoeken in de omgeving waar ik gestart ben maar ik ben inmiddels 25 kilometer verderop. Het zonnetje is inmiddels weer gaan schijnen en ik geniet van de warme zonnestralen op mijn lichaam, alles is nog steeds ijs. Mijn handen zijn nog bedekt met een laag ijs en van mijn gezicht kon ik toen gelukkig niks zien. Wat moet die knaap geschrokken zijn, de verschrikkelijke sneeuwman aan een paraglider. 30 minuten later is de hulp er, met verwarmingselementen en dekens proberen ze me op temperatuur te krijgen. Mijn lichaamstemperatuur is nu na zo’n uur nog maar 34 graden, terwijl 33 graden al dodelijk is. Ze beoordelen de situatie en besluiten geen helikopter in te zetten maar een ambulance te laten komen. Ik ben geland in de omgeving van Tolmin en zit 20 minuten van het ziekenhuis in Nova Gorica. De ambulance komt snel en ik weet nu dat ik in goede handen ben. Overplaatsen in de ambulance en rijden, dan bij een tussenstop van de ambulance zie ik J & J, politiemensen alles is aanwezig. Er worden vragen gesteld, geen idee waar ze het over hebben, ik wil alleen maar weg. Na aankomst in het ziekenhuis beginnen ze met een infuus en later op de avond word ik compleet ingepakt om infecties te voorkomen.

woensdag 7 juli 2010

’s Morgens vroeg lig je wakker met je ziel onder je arm naar het plafond te staren, wat gaat er vandaag allemaal gebeuren, geen idee. Gisteren helemaal niets gegeten, dus ik krijg best trek, om 09.00 uur komen ze ontbijt brengen met de boodschap dat ik nog niet mag eten omdat ik misschien nog behandeld moet worden. Ja hoor ik word weer uitgepakt en wonder boven wonder blijft er geen verband aan de wonden plakken. De dokter komt om de zaak te bekijken, hij vraagt me wat ik wil, de behandeling starten dat duurt een dag of 5, ik geef aan dat ik liever gelijk naar Nederland terug wil. Hij knikt een keer en ik begrijp dat ze me laten gaan. Dan komt er een ambulance ter sprake, ik vraag of we niet met eigen auto kunnen (we zitten natuurlijk ook met Fopje en Freija). Hij geeft wat commando’s in het Sloveens en ik begrijp dat ze m'n been en handen weer in gaan pakken. Even wat administratie en ik kan weg. Om tien uur zijn ze klaar met het verband en ik meld Jelena vast telefonisch dat we met een half uurtje gaan rijden. 12.45 rijden we weg, vreselijk die papierwinkel. De plannen waren om vandaag te gaan rijden maar die cancelen we nu, we blijven nog een nachtje. Mark is vanmorgen vroeg uit Oostenrijk vertrokken en wacht nu bij J & J op onze terugkomst. Dat weerzien is emotioneel tranen van beide kanten. Iedereen is gelukkig dat ik weer op de been ben. Even later pakken we de spullen en vertrekken naar Breg om de zaak daar in te pakken. Alles op en in de auto en morgenvroeg gaan we rijden. We doen geen moeite om iets voor het avond eten te regelen: dat zal Jelena haar moeder wel gedaan hebben. En ja hoor we worden om 19.00 uur verwacht. Een goed glas wijn en een soepje: aan alles is weer gedacht. Mark voelde zich ook weer thuis morgen zouden we samen gaan vliegen maar dat zit er niet in. Mark had gezegd dat hij zou blijven slapen maar daar komt hij op terug, na het avondeten gaat hij terug naar Lessach. Afscheid nemen van iedereen en morgen vroeg op pad.

donderdag 8 juli 2010 terug naar Nederland

Aardedonker is de nacht, geen vuurvliegjes op zolder dus op ellebogen en knieën kruipen richting trap en toilet. Daarna nog even geslapen, rond 05.30 uur word ik wakker en merk dat Gijsje er al uit is. Met moeite weer de steile trap naar beneden, klaar maken voor vertrek en om 06.00 uur rijden we weg. 
Het eerste uur gaat tergend langzaam, ik laat niets merken maar realiseer me wel dat we zo wel 18 uur nodig hebben om thuis te komen. Eenmaal op de snelweg gaat het beter, de teller passeert regelmatig de 150, als we nu maar geen stagnatie krijgen. Bij München krijgen we de keuze: links richting Saarbrucken of naar boven richting Würzburg dan kunnen we wegnummer 3 houden tot Oberhausen. Gerald en Monica hebben dat op de heenweg gedaan en ondanks de files die zij gehad hebben kiezen we daar toch voor. Bij een tussenstop zwaait direct de invalidepoort open als ik laat merken dat ik naar het toilet wil en Gijsje mag mee naar de ‘heren’, dat is weer eens wat anders. Even later laat ik mijn flesje drinken vallen, verontschuldigingen zijn niet gewenst, men vliegt voor mij om alles weer te regelen. Tussen Keulen en Oberhausen stagneert het nog wat maar het is ook volop spits. Bij de grens een belletje naar Babs en om 18.15 uur zijn we terug in Harderwijk. Barbara heeft contact gehad met de spoedeisende hulp en we kunnen direct komen. Ik heb het laatste uur gemerkt dat er in de vingertoppen van de linkerhand geen gevoel is. Na aankomst bij de spoedeisende hulp is het voornamelijk wachten, uitpakken, kijken, inpakken om 00.50 uur word ik naar mijn kamer geloodst. Alles onder grote voorzorg want ik kan de ziekenhuisbacterie MRSA onder mijn leden hebben: om die reden wordt het materiaal dat vanavond gebruikt is weggegooid. Ik krijg het mee naar huis, je zal het de komende tijd nog goed kunnen gebruiken.

vrijdag 9 juli 2010 Beverwijk... waar hebben ze het over?

Daarna dringt het langzaam door dat we naar het brandwondencentrum in Beverwijk gaan. Ze gaan een ambulance leeg maken, er is namelijk nog geen uitslag of ik het MRSA virus onder mijn leden heb. Ja hoor een uurtje later staan er twee gemaskerde DuraVermeer mannetjes (geel/groen) voor het raam van mijn kamer. Ik zwaai mijn benen over het rand van het bed maar één van de mannetjes doet wel heel populair, hij doet alsof we elkaar al jaren kennen (wel een bekende kop) ik probeer zijn mondkapje weg te denken en langzaam gaat er een lichtje branden: Teambuilding Madagaskar zaten 3 weken geleden een weekendje in m'n boomhut. Zij gaan waterputten sponsoren in Madagaskar en die zelf ter plaatse slaan. Enfin er is weer genoeg om over te praten en voordat we het weten zijn we al in Beverwijk. Gijsje en Barbara staan al te wachten, de liften worden vastgezet tot ik op de plaats van bestemming ben. Iedereen is als de dood voor die 4 Russen. Lange jassen, petjes, mondkapjes alles wordt vernietigd alleen omdat ik in Slovenië aan het infuus heb gehangen.

  • enorme blaren

  • door bevriezing

  • zijn het gevolg

Twee a drie weken was de eerste boodschap

Daar moet je jezelf even op instellen en dan weer verder. De mogelijkheden op een rij zetten en kijken wat de beste opties zijn. Gijsje heeft de mogelijkheid om hier intern te gaan, ze kan dan overnachten in Beverwijk voor € 16,00 per nacht maar zit dan uiteraard met de beesten thuis en moet een gat overbruggen van ’s avonds 20.30 uur tot de volgende dag 15.30 uur. We kunnen Nieuwe Niedorp proberen daar wonen Janny en Joop maar heen en weer rijden wordt toch als beste optie gezien. Elke dag verbandwissel ’s morgens, onder de douche het verband losweken waarna de zaak opnieuw wordt gecontroleerd, behandeld en ingepakt. Ik krijg dan vooraf een morfine pil tegen de pijn en word af en toe kotsmisselijk als ik het allemaal zie gebeuren. Ff zitten onder de douche om te voorkomen dat ik onderuit ga.

 
  • eerst blaren knippen, daarna

  • volop belangstelling

  • en verzorging

Verassing!

Dan - maandagmiddag - komt Dr. Vloemans langs: of we even kunnen praten. Op het balkon is een zitje, buiten is het rond 30* Celsius. De dokter legt uit dat in tegenstelling tot een brandwond door vuur een brandwond door bevriezing veel langzamer tot stand komt en mogelijk ook meer tijd nodig heeft om te herstellen. Als we thuiszorg kunnen regelen dan mag ik naar huis. Verwonderd maar dol gelukkig zeg ik dat ik hem wel kan kussen maar hij geeft aan dat dat niet nodig is. De dienstdoende zuster gaat kijken of ze thuiszorg kan regelen maar het is inmiddels 16.30 uur en alle kantoren zijn gesloten dus dat wordt pas morgen. Ik vraag of ik zelf wat mag proberen te regelen, men kijkt verwonderd maar reageren positief. Albert Boudestein gebeld en die gaat gelijk zijn dochter Irene bellen, drie kwartier later is alles geregeld. Morgen mag ik naar huis!!!!

 
  • Gijsje maakt de volgende

  • ochtend, een hele serie foto's

  • voor de thuiszorg.

dinsdag 20 juli 2010

Thuis gaat alles prima maar ik merk toch dat ik veel minder aan mijn rust toe kom. Veel bezoek, veel telefoontjes en regelmatig moet ik er even tussen uit om plat te gaan. België zou nu ideaal zijn…. maar daar geloven ze thuis helemaal niks van. Maandag 19 juli is er besloten om de beslissing voor een eventuele operatie uit te stellen tot 26 juli. Een nieuwe behandelmethode wordt nu gestart, betadine gaasjes direct op de wonden, bedekt met Engels pluksel. Zoveel mogelijk aan de lucht laten drogen, alles wat dicht zit onbedekt laten en elke dag de handen wassen bij de familie Kranendonk (ik zit inmiddels in België) met een anti bacteriële zeep van ecolab.

 

donderdag 29 juli 2010

Ik zit inmiddels al een week in België en dat bevordert mijn herstel beslist. Alle vingers zijn nu uit het verband en het drogen aan de lucht gaat voorspoedig. De eerste tekenen van verbetering aan de linkerhand zijn er nu. Een constante pijn aan de vingertoppen geven aan dat het gevoel hierin terug komt. Ik zit nu weer aan de maximale hoeveelheid pijnstillers per dag van 8 paracetamol. Ik was al pijnstiller vrij maar iedereen vindt dat ik hier blij mee moet zijn, het betekent namelijk dat het gevoel weer terug komt en dat klopt maar toch….. Vrijdag 6 augustus moet ik terug naar Beverwijk voor controle, tot dat moment gebeurt er dus niets met me. Nou ja niets??? Drie keer per dag word ik ingesmeerd met een medicinale bodylotion en net zo vaak wordt er geknipt aan de dode huid door Esther Oskamp. 

 

maandag 4 augustus 2010

Terug in Beverwijk geweest waar men zeer tevreden was met het resultaat. De pijn ontstaat doordat de nagels zichzelf verwijderen, ze kunnen/willen dat op de natuurlijke wijze laten gebeuren waar ik 100% achter sta (nagels uittrekken gebeurde in de middeleeuwen als foltering). Ik heb extra zware morfine pillen voor als de pijn ondragelijk wordt. Verder hoef ik pas over zes weken ter controle wat eigenlijk betekent dat ik gezond ben verklaard. Het nadeel van de morfine is geen alcohol en niet auto rijden maar daar is mee te leven.

Voor iedereen die een indruk wil krijgen wat ik in dat onweer heb mee gemaakt de volgende link naar het verhaal van Ewa Wisnierska die een vergelijkbare ervaring heeft gehad en wat is verfilmd: https://m.youtube.com/watch?v=TEpKNla63Kw  Ewa is aantoonbaar op 10 kilometer hoogte geweest en had alleen haar oren bevroren. Hoe hoog ik geweest ben in dat onweer zullen we nooit echt weten maar gezien mijn bevriezingen.....