1 oktober 2010 gaan we richting Slovenië voor een ontmoeting met Fodor Arpad.
Na een nachtje in een landelijk hotelletje zijn we op 2 oktober rond 14.30 uur bij de Predelpas in Slovenië.
Bij de grens willen we wat foto’s maken van Gijs d’r nieuwe karretje en dan zie ik de auto van J&J staan, ik roep een keer en ja hoor ze zijn daar bij een huis aan het klussen.
Jozef heeft geen tijd maar als ik wil vliegen dan wil Jelena me wel de Mangrt op rijden. Misschien wel de enige kans van deze week: er is namelijk slecht weer voorspeld. Gijsje rijdt naar het landingsterrein in Log Pod Mangertom en Jozef gaat straks ook die kant op. Met de auto over asfalt naar 2 kilometer hoogte is een ongekende luxe. De top zit volop in de wolken en Jozef bevestigt dat via de radio. We rijden een stukje terug naar beneden en vinden langs de weg een ander startpunt. Vijf minuten later hang ik onder mijn scherm. Een goed gevoel als je ook bedenkt wat mijn paraglider allemaal heeft mee gemaakt. Uiteraard was er een goede visuele controle geweest maar toch…
Ik dacht dat het een rustig glijvluchtje zou worden maar het blijkt toch nog aardig thermisch te zijn. Veertig minuten later sta ik weer terug op de grond, een dikke knuffel van Gijsje en mijn eerste vlucht is weer een feit.
Rond een uur of vier is er tijd voor een vluchtje want Carlo moet terug om te melken. Twee Russen uit Israël willen een tandemvlucht maken. Ik start als eerste, we zitten tegen de bewolking aan en die ziet er wat dreigender uit dan gisteren. Grote oren en het speedsysteem maximaal ingetrapt vlieg ik bij de Mangrt weg. Gijsje ziet dat beneden allemaal wat anders en nadat ik gestart ben heeft ze maar één wens… zo snel mogelijk terug naar beneden!
Na een emotionele ontmoeting vraag ik Fodor of hij zin heeft om samen naar mijn onfortuinlijke landingsplaats te gaan en daar is hij gelijk voor. Met Gijsje d’r auto gaan we die kant op. Eerst naar Tolmin en dan langs de Tolminska stroomopwaarts richting landingsplaats. Dan na een twintig minuten rijden komen we bij meer open terrein. Er liggen hier schuilplaatsen en verdedigingswerken van de partizanen (WO-I) overal verspreid. Een kerkje midden in de bush is daar neer gezet door Oostenrijkers als monument voor de gevallenen, een schuur in de ‘middle of nowhere’ we zijn in de buurt. Hier zijn we ook al met J&J en Gijsje geweest maar nooit de landingsplaats kunnen vinden. Ik wist dat ik op een hellend vlak was geland maar dat vonden we niet terug bij de boerderij waar ik had gezeten vlak na mijn landing.
Op deze foto zie je bovenaan de spits van het monumentale kerkje. Net voor de schuur op de foto zie je het hellend vlak waar ik op ben geland. Vanaf het kerkje ben ik naar beneden komen vliegen met een glijhoek die meer weg had van neerstorten dan van vliegen. Fodor Arpad vertelde dat ik een paar draaien naar links had gemaakt en daarna naar rechts en vervolgens was ik ‘in stall’ naar beneden gekomen. Ik heb daar zelf niets van mee gekregen omdat ik nog bewusteloos was. Hij heeft mij niet zien landen maar hoorde een enorme schreeuw en is daar op afgekomen en heeft mij toen gevonden. De schreeuw kan van de landing zijn geweest of van het bij bewustzijn komen zijn geweest maar kan ook de ontlading van de blikseminslag zijn geweest. Hoe dan ook, zonder die schreeuw had hij mij niet eens gevonden en had ik het destijds zonder zijn hulp moeten doen.
’s Avonds komen de verhalen en ik hoef nauwelijks aan te dringen als ik Fodor voorstel om een nachtje te blijven slapen en de volgende dag (op de dag af drie maanden na mijn fatale vlucht) een tandemvlucht met Jozef te maken. Mark was gisterenmiddag vanuit Oostenrijk naar Bovec gekomen en ziet het helemaal zitten om weer een keertje samen te vliegen.
Jan als eerste, Mark als tweede en als derde Jozef & Arpad. Vlak voor de landing moest Jozef nog even stijlspiralen om indruk te maken op zijn passagier. Hier zijn helaas geen foto’s van maar wel nog van de sterke verhalen van gisteravond bij een gezellig vuurtje.
Na 3 maanden zijn we er achter dat deze hele vlucht zo’n twee uur heeft geduurd en dat ik al na een kwartier volop in het onweer zat, dat betekent dat ik dus ruim 1,5 uur bewusteloos onder mijn glider heb gehangen. Door zuurstofgebrek bewusteloos geraakt en daarna gewoon niet meer bij gekomen.
Mark Klarenbeek heeft later mijn paraglider opgehaald en vertelde dat er wel 40 kilo aan water en ijs in mijn paraglider heeft gezeten, onvoorstelbaar dat ik daar nog veilig mee geland ben.
Nou dat heb ik gedaan en het verhaal van Ewa bracht mijn verhaal in een heel ander daglicht. Ewa is in 2007 in een onweer gezogen en is op een hoogte van 7.000 meter bewusteloos geraakt. In bewusteloze toestand is ze omhoog gezogen naar een hoogte van 10.000 meter met snelheden tot 40 meter per seconde. Haar variometer is wel blijven werken en geeft duidelijk aan wat er is gebeurd en ze hebben kans gezien om met deze gegevens een film te maken van het gebeurde.
Kijk maar eens op: http://youtu.be/TEpKNla63Kw
Als je ziet dat Ewa naar 10.000 meter hoogte is gezogen en alleen maar haar oren en een plekje op haar been aan de bevriezing heeft overgehouden, dan is het wel zeker dat ik op dezelfde hoogte ben geweest. Stoer? Nee maar het geeft me wel een indruk wat ik heb meegemaakt. Mijn totale vlucht heeft zo’n twee uur geduurd. Ewa vloog boven een redelijk vlak terrein maar ik heb constant het risico gelopen om tegen een berg aan te vliegen of om in een bergmeer te landen. Die beelden van Ewa onder haar glider maar ook die na de landing roepen veel emoties op en Gijsje heeft besloten om deze filmpjes niet meer te willen zien. Ik snap het helemaal en iedere keer als ik deze film nog weer bekijk vind ik wel weer een excuus om even weg te lopen omdat deze film toch wel heel dicht bij mijn verhaal blijkt te zitten. Confronterend? Ja maar ik zal toch de waarheid onder ogen moeten zien om er verder mee te kunnen.